vrijdag 22 oktober 2010

#Vriendschap…


In zijn artikel “Why I Blog” pent Andrew Sullivan zijn visie op het ondertussen wijdverspreide fenomeen bloggen neer. Volgens Sullivan is een blog een spontane expressie van gedachten en gevoelens en bereikt een dergelijk medium heel snel een groot publiek. 

Een van de grootste pluspunten van een blog is het vrije karakter ervan, vindt hij. Dankzij de snelheid van het internet en het individuele aspect van een blog kan een schrijver direct zijn tekst online gooien, zonder dat het schrijfsel eerst door een redactie onder de loep moet genomen worden. Natuurlijk houdt zo een instantpublicatie ook enkele gevaren in: fouten kunnen in de tekst blijven staan, een entry in woede of andere emotionele toestand geschreven zal ook sneller de weg naar het wereldwijde web vinden dan bijvoorbeeld een krantenartikel. Met alle gevolgen van dien…

De vrijheid van een blog heeft ook nog een ander, directer gevolg. Zoals Andrew Sullivan ook opmerkt, krijgt de auteur van een blog feedback over zijn creaties. Internetgebruikers hebben immers de mogelijkheid direct op een entry te reageren of om de auteur ervan te mailen. Bij journalisten die voor een krant of tijdschrift werken, gaat dat zo snel en direct niet. Zij komen niet direct in contact met brutale of grove reacties van lezers. Die komen eerst toe op de redactie, waardoor er een soort van buffer ontstaat. De blog-auteur heeft die bescherming niet. “De feedback is direct, persoonlijk en brutaal,” stelt Sullivan.

Verder hecht Andrew Sullivan belang aan de sterkere verbondenheid tussen blogger en lezer. Journalisten die in de krant publiceren staan verder van hun lezers af dan een blogger. Beide partijen zitten achter hun computerscherm en kunnen direct met elkaar communiceren via email of reacties op de blog zelf. Sullivan heeft het dan ook over vriendschap wanneer hij de relatie tussen blogger en lezer definieert. De blogger legt (on)bewust een deel van zijn persoonlijkheid in zijn of haar berichten. De lezer pikt deze nuances op en na verloop van tijd leert hij of zij de schrijver kennen. Deze vrienden nemen ook deel aan het discours van de blog en vormen een bron van nieuwe informatie, correcties, provocaties en dergelijke meer. 

De lezer van een blog is dan ook veel meer betrokken bij de stukken die online worden geplaatst. Het is zelfs niet uitgesloten dat hij van bepaalde onderwerpen beter op de hoogte is dan de auteur. Op die manier ontstaat er een kruisbestuiving tussen lezer en schrijver, iets wat je nauwelijks aantreft bij de traditionele, gedrukte media. 

 Als beginnende blogger staat de notie vriendschap mij wel enorm aan. Het klinkt ook behoorlijk interessant en zelfs avontuurlijk, om via je blog-lezers aan nieuw materiaal te geraken, om in discussie met hen te treden en om eventuele vriendschappen te sluiten. Ik vraag me wel af hoe ik in godsnaam nieuwe, onbekende lezers aan zal trekken, maar dat zal de toekomst wel uitwijzen…
Tot ziens, vriend!

zondag 17 oktober 2010

Harry Brown, een recensie

De ochtend nadat ik deze film samen met een goeie vriendin bekeken had, voelde ik me nog steeds groggy. Wat nu? Ben ik nu echt zo'n teergevoelig watje zoals een van de lezers van deze blog me, zij het in andere woorden, pleegt te noemen? Of heeft deze film nu echt de kwaliteiten om in het hoofd van de kijker te blijven rondspoken?

Een geschikt onderwerp om een recensie over te schrijven, lijkt me. Lees en oordeel zelf:

Harry Brown: emotionele en fysieke uppercut

Uitgekomen in 2009. Van Daniel Barber; met Michael Cain (Harry Brown), Emily Mortimer (Alice Frampton) en Ben Drew (Noel Winters). 

Harry Brown is de eerste langspeelfilm van Daniel Barber, die in 2007 wel al de kortfilm The Tonto Women maakte. Daniel Barber onderneemt nu een poging de zogenaamde wraakengelfilm in een sociaal daglicht te plaatsen en slaagt daar min of meer in.

Het titelpersonage is een gepensioneerde marinier die het einde van zijn dagen aan het bed van zijn comateuze echtgenote of achter het schaakbord met zijn vriend Leonard slijt. Hij betrekt een grauw appartementje in een troosteloos woonblok in Londen. Op weg naar het ziekenhuis of de kroeg moet hij omlopen, want de voetgangerstunnel onder een drukbereden baan is zowat de uitvalsbasis van de bende van Noel Winters, een van de vele jeugdbendes die Londen teisteren.
De grimmige realiteit van de jeugdcriminaliteit in de 21e eeuw wordt door Winters en co treffend ingevuld. Onschuldige burgers worden voor de kick in elkaar gestampt, een moeder met kinderwagen wordt meedogenloos afgeknald, buurtbewoners worden bloedig geterroriseerd… Daniel Barber schuwt het gewelddadige realisme helemaal niet. Niettemin lijkt het hoofdpersonage zich daar weinig van aan te trekken.
Op een nacht wordt Harry echter wakker gebeld door het ziekenhuis. Zijn vrouw is stervende, maar door de omweg kan hij haar geen laatste groet meer brengen. Niet veel later wil zijn enige vriend Leonard het geboefte voor het langdurige gepest straffen, maar de overmacht is te groot en hij komt op een gruwelijke wijze om. 

Iets knapt bij Harry wanneer hij het nieuws verneemt. Zijn verleden bij de marine komt bovendrijven en hij rolt de mouwen op. Als een ware vigilante kuist het oudje zijn buurt op, maar komt daarbij in aanraking met de arm der wet…

Met Harry Brown heeft debutant Barber een uiterst grauwe en harde film neergepoot, die echter zijn voeling met de sociale context dreigt te verliezen zodra Harry dirty wordt. De achtergestelde situatie van de buurt, de criminele jeugd en machteloze burgers worden overschaduwd door de wraakacties van de gepensioneerde marinier. De focus ligt iets te nadrukkelijk op het geweld en iets te weinig op de maatschappelijke achtergrond. Het anders relatief rechtlijnige verhaal meandert ook te sterk op het einde om nog geloofwaardig te blijven. Niettemin raakt Daniel Barber een heel relevant thema aan: het arbitraire geweld en terreur van jeugdbendes en de onmacht (onwil?) bij de politie om daar iets aan te veranderen. 

Laat het duidelijk zijn, Harry Brown is niet geschikt voor de kijker met een zwakke maag of teergevoelig hartje. Door middel van duistere, grimmige, gewelddadige, brutale en soms ook ingetogen scènes grijpt de film de kijker van bij het begin naar de keel en knijpt die langzaam dicht, om enkel op het einde de greep even te lossen.

Harry Brown geeft de toeschouwer zowel een emotionele als fysieke uppercut van formaat, maar breekt net geen tanden. 

vrijdag 8 oktober 2010

Bxl Noord

Nét meegemaakt. Wachtend op mijn aansluiting naar Gent-Sint-Pieters. Geroep. Agressie. Fysiek geweld...

Een jongeman, Franstalig, wordt de arm op de rug gedraaid. Een vrouw zet hem vast tegen een muur. Ze gromt kort "Police".  Hij verzet zich. Roept "Hé! Doucement hein!" Een andere, oudere man staat vlakbij het tweetal de inhoud van zijn reistas te controleren. Houdt het verband?

Dan plotse actie. De jongeman veinst een elleboogstoot en draait zich vliegensvlug los uit de greep van de vrouw. Hij roept enkele verwensingen. Loopt snel de trap af en verdwijnt uit het zicht. De vrouw twijfelt zichtbaar even. Achtervolgen? Ze blijft op het perron. Babbelt met de man met de reistas.

Andere reizigers kijken even rond zich, vragen zich af wat er net gebeurde. Zouden we het vragen, als journalisten in spe? Het lijkt zo futiel, zo alledaags. In Brussel Noord.